Wijziging woonplaatsbeginsel: vooral pleegoudervoogden ervaren knelpunten

Wijziging woonplaatsbeginsel: vooral pleegoudervoogden ervaren knelpunten

29 november 2023 om 11:30 door Tijs 0 reacties

woonplaatsbeginsel (1200 × 400 px).png

Op 1 januari 2022 is het woonplaatsbeginsel, dat regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor jeugdhulp, gewijzigd. Sinds de wijziging krijgt de helpdesk van de NVP hier veel vragen over en daarom hebben we onderzocht welke gevolgen de wijziging heeft voor pleegouders. Uit het onderzoek blijkt dat vooral pleegoudervoogden met problemen te maken krijgen. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor jeugdhulp voor hun pleegkind en ervaren meer regeldruk als gevolg van de wijziging. Daarnaast noemen pleegouders het ontbreken van contracten tussen gemeente en jeugdhulpaanbieder en de afstand tot de nieuw verantwoordelijke gemeente als grootste knelpunten.

Wijziging woonplaatsbeginsel  

Door de wijziging van het woonplaatsbeginsel op 1 januari 2022 is de gemeente waar het pleegkind stond ingeschreven voordat het voor het eerst in een pleeggezin ging wonen verantwoordelijk voor jeugdhulp. Tot die datum was de gemeente waar de ouder met gezag of de voogd woonde verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Dit betekende voor een deel van de pleegouders dat een andere gemeente verantwoordelijk werd voor pleegzorg en aanvullende jeugdhulp voor hun pleegkind. 

Regeldruk voor pleegoudervoogden 

Van de respondenten is 38% pleegoudervoogd, terwijl slechts 12% van alle pleegouders in Nederland pleegoudervoogdij heeft. Het lijkt er dan ook op dat vooral pleegoudervoogden problemen ervaren door de wijziging van het woonplaatsbeginsel. Het zorgt vooral voor een hogere regeldruk: zeker als je de voogdij hebt over meerdere pleegkinderen, heeft dit tot gevolg dat je als pleegoudervoogd met meerdere gemeenten (met elk hun eigen werkwijze en beleid) in gesprek moet over hulp.  

Knelpunten 

Pleegouders noemen het ontbreken van contracten tussen de gemeente die door het nieuwe woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is geworden en jeugdhulpaanbieders in de gemeente waar het pleeggezin woont als grootste knelpunt. Hierdoor duurt het vaak langer om hulp te krijgen, komen wisselingen van aanbieder voor of kan zorg alleen geboden worden in de nieuw verantwoordelijke gemeente - met extra reistijd voor pleegouders tot gevolg. Afstand tot de nieuw verantwoordelijke gemeente maakt ook contact en communicatie lastiger.  

Daarnaast noemen pleegouders in het onderzoek ook dat er verwarring ontstaat als naast jeugdhulp andere hulp noodzakelijk is die onder andere wet- en regelgeving valt. Hiervoor is de woongemeente verantwoordelijk, maar gemeenten wijzen hierbij naar elkaar.  

Tot slot blijkt uit het onderzoek ook dat pgb’s door de nieuw verantwoordelijke gemeente werden stopgezet of dat er een lager pgb werd toegekend. In andere gevallen is zorg nu juist alleen mogelijk met een pgb door het ontbreken van contracten.  

Oplossingen voor knelpunten 

Hoewel slechts een relatief kleine groep pleegouders te maken krijgt met knelpunten, zijn de knelpunten wel vervelend voor deze pleeggezinnen. Daarom roepen we gemeenten op om te zorgen voor maatwerk en goede samenwerkingen met de woongemeente en lokale aanbieders. Daarbij is extra specifiek aandacht nodig voor pleegoudervoogden om de regeldruk die zij ervaren te verlichten. We brengen de uitkomsten van het onderzoek onder de aandacht bij gemeenten en andere verantwoordelijke partijen. 

Wil je meer lezen over de gevolgen van de wijziging van het woonplaatsbeginsel? Download het rapport ‘De wijziging van het woonplaatsbeginsel: dit merken pleeggezinnen’:  

Heb je een vraag over het woonplaatsbeginsel of een ander pleegzorgonderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk, we helpen je graag verder!

Reacties

Plaats een reactie

Sluiten