Houd van mijn kind! Hoe pleegzorg kan zorgen voor een blijvende verbinding

Houd van mijn kind! Hoe pleegzorg kan zorgen voor een blijvende verbinding

3 augustus 2023 om 15:30 door Karin 0 reacties

bij ons (3).png

In 2022 werd voor de achtste keer de Week van de Pleegzorg georganiseerd. Op dinsdag 1 november gaf Burgemeester Marcouch uit Arnhem het startsein voor de #groenlichtactie. Tijdens de aftrap was ook de lancering van het nieuwe boek ‘Bij elkaar blijven’, geschreven door Yvonne Aartsen, John Goessens en Marieke Klein Entink. In het boek staan bijzondere, mooie en indrukwekkende verhalen over hoe pleegzorg kan zorgen voor een blijvende verbinding. De verhalen in het boek zijn stuk voor stuk hartverwarmend, de onvoorwaardelijke liefde en verbondenheid komen naar voren. We gingen met Yvonne in gesprek over het belang van deze verbindingen en wat ervoor nodig is om dit te laten ontstaan.

16-Yvonne Aartsen

Foto: Yvonne Aartsen

Opgroeien in twee families

De relatie tussen pleegkinderen en hun ouders is uiteraard één van de belangrijkste verbindingen. Voor het kind is het belangrijk om te voelen dat hij kind van zijn ouders mag zijn en het tegelijkertijd ook fijn mag hebben in het pleeggezin of gezinshuis. In 2019 heeft Yvonne meegeschreven aan het boek ‘Opgroeien in twee families’. Hierin komt naar voren dat ouders en pleegouders met elkaar een tegengesteld proces doormaken. Ouders gaan de rol van de dagelijkse opvoeder loslaten, pleegouders bouwen dit juist op in het gezamenlijk opvoederschap. Yvonne vertelt: “Ouders zeggen: Houd van mijn kind! Laat zien dat je er alles voor doet! Ook al blijft het pijnlijk dat ze niet zelf voor het kind kunnen zorgen. Ze willen graag zien dat er liefde is voor hun kind. We zagen dat dit voor pleegouders ook heel belangrijk was om te horen, omdat je als pleegouder ook een drempel kan voelen om dat te tonen aan het kind waar de ouder bij is. Pleegouders mogen hun hart openen, maar zich wel altijd realiserend: dit kind brengt een eigen familie mee."

Open communicatie is de sleutel

Is het haar lange praktijkervaring, haar kennis op basis van onderzoek of zijn het de verhalen in het boek over verbinding? Het project ‘Opgroeien in twee families’ maakt dat Yvonne ziet dat de eerste sleutel voor een goed lopende samenwerking bij de pleegouders ligt. Yvonne: “Als je als pleegouders écht kijkt naar het pleegkind, dan zie je dat die voor altijd verbonden blijft met de ouder. Wat betekent dat je daar als pleeggezin hoe dan ook altijd ruimte voor moet vinden in jouw leven en in jouw huis.”

Wat maakt dan bijvoorbeeld het verschil in goedlopende en niet goedlopende samenwerkingen? Om dat boven tafel te krijgen, heeft Yvonne de afgelopen jaren veel gesprekken gevoerd met ouders, pleegouders en hulpverlening. Bij een goedlopende samenwerking zeggen ouders: “Deze pleegouders hebben mij ‘welkom geheten’. Ik mocht ook binnenkomen, ik mocht er zijn. Open communicatie is hierbij erg belangrijk. Een pleegkind is bijvoorbeeld op een doordeweekse dag jarig. Ga daarover in overleg met de ouder en vraag: 'Hoe gaan we dat doen?’ In plaats van: ‘Op zondagmiddag rond koffietijd ben je een uurtje uitgenodigd.’ Dit betekent niet dat het altijd volgens de planning van ouders moet gaan, maar wees open over wat er bij jou wel en niet kan. Ook als er geen contact is met de ouder vanwege omstandigheden kun je het contact toch levend houden. Mag er bijvoorbeeld een foto van het kind met zijn ouder tussen de familiefoto’s staan? Houd familie in beeld. Het is en blijft altijd een stukje van het kind.”

5 gouden regels voor samenwerking

Yvonne verwijst naar de 5 gouden regels van samenwerking, opgesteld vanuit het onderzoek ‘Centraal voor het kind’, uitgevoerd in 2019 door de CHE in samenwerking met Entrea lindenhout, Jeugdbescherming Gelderland en stichting Samen voor het kind. Dit project maakt onderdeel uit van het landelijk programma ‘Versterken van de kracht van pleegouders’. Hier zijn 5 filmpjes over gemaakt. Daarin komt ook een filmpje over conflicten en meningsverschillen tussen pleegouders en ouders voor. Yvonne maakt dit concreet: “Realiseer je dat een samenwerking soms niet leuk is. Waar mensen samenwerken, zijn er soms wrijvingen of misverstanden. Accepteer dat je dan boos of teleurgesteld kan zijn en probeer erover te praten. Maar laat het daarna ook weer los en ga niet opstapelen! Soms is het langere tijd moeilijk of is er even geen contact mogelijk, maar blijf proberen de draad weer op te pakken. Jezelf realiserend dat je als mens ook onderdeel bent van eigen familie/vrienden of andere mensen die je tegenkomt. Daarbij zeg je ook niet - als iemand je niet groet of iets naars zegt - ‘Jou hoef ik nooit meer te zien!’ Nee, in het belang van de relatie tussen ouder en kind stap je daaroverheen of ga je het uitpraten.

➡️ Bij elkaar blijven: verhalen over pleegzorg en de verbinding die blijft

Ben je benieuwd naar het boek Bij elkaar blijven? Je kunt het bestellen bij uitgeverij SWP.

Bestel Bij elkaar blijven

Begeleidingstaak

Yvonne ziet hierbij ook een belangrijke taak voor begeleiders die betrokken zijn bij pleegouders of gezinshuizen: “Zij kunnen de kwetsbaarheid van beide kanten stimuleren. Als je beiden kwetsbaar kan zijn, dan ontstaat er verbinding. Als pleegouders kun je best tegen de ouder zeggen dat je het ook even niet weet. Als een ouder weet dat pleegouders het zwaar hebben, omdat er bijvoorbeeld een overlijden in de familie is, kunnen zij op hun beurt ook steunend zijn voor het kind daarin.”

Ook ouders zouden volgens Yvonne meer directief begeleid mogen worden in dit proces. Het verdriet van de ouder mag en moet erkend worden, maar tegelijkertijd ligt er nog steeds een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Yvonne: “Heb als begeleider het lef om een ouder te vragen: ‘Wat ga jij nu doen om te zorgen dat dit een goede situatie wordt?’ Het grote verdriet dat het kind niet thuis woont, betekent niet dat je ouders niet op hun eigen verantwoordelijkheid mag wijzen. Stel de vragen: ‘Hoe kan jij ervoor zorgen dat het ook fijn is voor het pleeggezin of gezinshuis als jij daar komt? Wat kun jij bijdragen?’ Dit kan heel helpend zijn in het gesprek en geeft ouders ook weer een stuk regie. Een voorbeeld hiervan komt van pleegouders die vertellen over de ouders van één van hun pleegkinderen die met Sinterklaas cadeautjes meebrengen voor alle kinderen in het pleegezin. Yvonne: “Als ouders kunnen bedenken: ‘Niet alleen mijn kind woont daar, maar ook andere kinderen’, dan geeft dit een gevoel van wederzijds respect.”

Het begeleiden van alle betrokkenen bij een plaatsing in een pleeggezin of een gezinshuis, is een complexe taak voor de jeugdzorgwerker. In het project ‘Opgroeien in twee families’ kwam naar voren dat we te weinig aandacht besteden aan de begeleiding van het proces dat pleegouders en hun kinderen meemaken bij een plaatsing. We hebben de afgelopen jaren kennis ontwikkeld over het proces van ouders als hun kind uithuisgeplaatst wordt. We hebben kennis ontwikkeld wat het betekent voor pleegkinderen om op te groeien in twee families. Maar er was weinig besef van het proces dat pleegouders doormaken. Het is fijn dat we hier nu ook aandacht voor hebben in de begeleiding. Dit alles betekent ook dat het begeleiden van pleeggezinnen en gezinshuizen een complexe taak is. Pleegzorgmedewerkers hebben behoefte aan bijscholing in het systemisch werken om op een goede manier al deze betrokkenen te begeleiden in hun eigen proces, eenieder erkenning te geven en de onderlinge relaties te ondersteunen en te versterken.

Verbinding of hechting?

In het boek zijn ook voorbeelden te lezen over blijvende verbindingen die pleegkinderen hebben gelegd met pleegouders, pleegbroers en -zussen of andere belangrijke personen. Hoe kun je je verbinden als hechting in de basis vaak zo moeilijk is voor pleegkinderen?

Yvonne is hier duidelijk over: “Ik denk dat er altijd een menselijke behoefte is aan contact. Voor sommige kinderen is er afstand nodig, omdat ze het anders niet kunnen verdragen. Maar er is altijd een vorm van contact of omhulling nodig voor kinderen om op te kunnen groeien tot volwassene die kan functioneren in onze maatschappij. Daarvoor moet je kunnen geven en ontvangen en dat ontstaat vanuit contact en nabijheid. Ik weet uit mijn eigen ervaring als pleegouder dat het veel van je kan vragen als een kind dit van nature niet kan bieden. Soms is het een blijvende handicap, waarbij het kind of volwassene niet automatisch in staat is tot wederkerigheid. Als jij een te hoge verwachting hierin hebt, dan zegt dat iets over jouw behoefte. Wat het kind daarin kan laten zien, dat geeft betekenis. Femmie Juffer heeft ons geleerd dat we ons mogen hechten aan een kind en daarmee niet de mogelijkheid blokkeren dat het kind zich aan de ouder hecht. De relatie met pleegouders kan het kind weer helpen om vanuit dat herstel een band aan te gaan met zijn ouders of andere mensen die in zijn leven komen.”

Door Karin Zanin

BIJ ONS - thuis in een gezin

BIJ ONS NVP COVER 1 februari 2023 300 dpi

Dit verhaal verscheen eerder in BIJ ONS. Dit magazine verschijnt drie keer per jaar en staat boordevol met verhalen, achtergronden, interviews en columns over pleegzorg. Je leest het magazine hier:

MAGAZINE BIJ ONS

Wil je de nieuwe BIJ ONS in je mail ontvangen zodra er een nieuw magazine verschijnt? Neem gratis een abonnement door je hier in te schrijven: 

ABONNEREN

Reacties

Plaats een reactie

Sluiten